Mijn vriend, doe geen slechte dingen, maar goede dingen. Wie goed doet, is een kind van God, maar wie slechte dingen doet hoort niet bij God. —3 Johannes 1:11
De meeste mensen zijn het erover eens dat het leven een pijnlijke mengeling is van goed en kwaad. Dat geldt voor in het huwelijk, vriendschap, gezin, werk en kerk. Toch zijn we verbaasd en teleurgesteld wanneer egocentrisch gedrag de kop opsteekt binnen een kerkgemeenschap
Toen de apostel Johannes aan zijn vriend Gajus schreef, prees hij het oprechte leven en de gastvrijheid van degenen in zijn kerk (3 Johannes 1:3-8). In dezelfde gemeenschap had Diotrefes, “die het belangrijkst wil zijn” (3 Joh 1:.9 ), echter een sfeer van vijandigheid gecreëerd. Johannes beloofde Diotrefes persoonlijk aan te pakken bij zijn volgende bezoek aan de kerk. Ondertussen drong hij er bij de gemeente op aan: „Geliefden, volg niet het slechte na, maar het goede. Wie goed doet, hoort bij God, maar wie kwaad doet hoort niet bij Hem” (v.11). De woorden van Johannes echoen de woorden van Paulus aan de christenen in Rome: “Laat je niet overwinnen door het kwaad, maar overwin het kwaad door goed te doen” (Rom. 12:21).
In een conflict kunnen we in de verleiding komen om ‘vuur met vuur te bestrijden’. Toch spoort Johannes ons aan om ons af te keren van het slechte en het goede te volgen. Dit is de handelswijze die eer brengt aan onze Heiland, met het verlangen dwalende medechristenen weer op het goede pad te brengen. Zoals licht de duisternis overwint, kan goedheid het kwaad overwinnen.
Bron: odb.org
